Hof Den Haag is van oordeel dat de kosten van de zogenaamde chelatietherapie als buitengewone uitgaven wegens ziekte in aftrek kunnen worden gebracht. Niet in geschil was dat de persoon die de therapie had ondergaan last had van chronisch vaatlijden. De therapie was erop gericht dergelijk lijden te verminderen en verdere medische behandeling te voorkomen. De behandeling was uitgevoerd op voorschrift en onder toezicht van een BIG-geregistreerd medicus. Omdat de ziektekostenverzekeraar geen vergoeding gaf voor deze uitgaven was aan alle voorwaarden voor aftrekbaarheid voldaan. De rechtbank Den Haag had eerder anders geoordeeld.