De staatssecretaris van Financiën heeft de tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2010 naar de Tweede Kamer gestuurd. De nota bevat de volgende aanpassingen:

- Het wetsvoorstel bevat een uitbreiding van de inhoudingsvrijstelling van dividendbelasting en van de toepassing van de deelnemingsvrijstelling. Die aanpassingen zijn het gevolg van twee arresten van het Hof van Justitie EG die betrekking hebben op IJsland en Noorwegen. Bij deze nota van wijziging gelden ook de fusiefaciliteiten voor IJslandse en Noorse vennootschappen en wordt deelnemingsverrekening mogelijk van de werkelijk betaalde winstbelasting. Verder geldt onder voorwaarden de onderworpenheidsfictie voor werknemers die in een niet-verdragsland werken voor een IJslandse of Noorse werkgever.

- De eenmalige geruisloze inbreng van een tbs-pand in een BV wordt op twee punten aangepast. Voor de houder van alle aandelen van een BV wordt het mogelijk om de inbreng als informele kapitaalstorting plaats te laten vinden. Dat heeft tot gevolg dat er geen aandelen hoeven worden uitgegeven. De inbrenger mag daarna gedurende drie jaar geen van zijn aandelen in de BV vervreemden.

- In de eerste nota van wijziging is de geruisloze inbreng ook mogelijk gemaakt voor een tbs-pand in vrije mede-eigendom in een gezamenlijke BV. Bij in gemeenschap van goederen gehuwden is geen sprake van vrije mede-eigendom. De inbrengfaciliteit wordt ook voor deze gevallen mogelijk gemaakt.

- Om de overdracht van een aanmerkelijk belang in een vennootschap die indirect een onderneming drijft zoveel mogelijk gelijk te behandelen aan de overdracht van een vennootschap die direct een onderneming drijft, worden voor de materiële ondernemingstoets de bezittingen en schulden van een werkmaatschappij toegerekend aan de holding. De ondernemingsactiviteiten worden zo aan de holding toegerekend. Door verwatering van het belang in de holding kan het indirecte belang van de aandeelhouders in de werkmaatschappij zakken beneden de aanmerkelijk belangdrempel van 5%. Dat heeft tot gevolg dat bij vererving van een dergelijk pakket de faciliteiten in de Successiewet niet gelden, evenmin als de doorschuifregelingen in de inkomstenbelasting. Overeenkomstig de versoepeling voor kleine aandelenpakketten met als ondergrens een belang van 0.5% in de werkmaatschappij in de tweede nota van wijziging op het voorstel tot wijziging van de Successiewet, wordt nu ook voor de doorschuifregelingen in de inkomstenbelasting de drempel verlaagd tot 0,5%.

- In de Wet MRB gelden brandstoftoeslagen voor voertuigen die op andere brandstof dan benzine kunnen rijden. Deze toeslagen zijn bedoeld ter compensatie voor de lagere accijns op deze andere brandstoffen. Inmiddels zijn er andere alternatieve brandstoffen die net als benzine en diesel met accijns worden belast. Voor dergelijke voertuigen wordt de onbedoelde hogere brandstoftoeslag afgeschaft.