De werkgever is verantwoordelijk voor de inhouding en afdracht van loonbelasting. Een niet in Nederland wonende werkgever kan toch inhoudingsplichtig zijn voor de loonbelasting als hij in Nederland een vaste inrichting heeft of als hij zich als zodanig heeft gemeld bij de inspecteur omdat hij personeel in dienst heeft van wie het loon in Nederland is onderworpen aan de inkomstenbelasting.

 

De belastingdienst legde een naheffingsaanslag loonbelasting op aan een voormalige ondernemer die zijn bedrijf inmiddels had overgedragen en ook niet meer in Nederland woonde. Voor de beantwoording van de vraag of de naheffingsaanslag terecht was opgelegd was bepalend wanneer de voormalige ondernemer was geëmigreerd en wanneer hij zijn bedrijf had overgedragen. De aanslag had betrekking op het tweede halfjaar van 2003. De belastingdienst meende op basis van de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie dat de ondernemer in het naheffingstijdvak in Nederland woonde. De ondernemer bestreed dat standpunt gemotiveerd. De rechtbank vernietigde de opgelegde naheffingsaanslag. De inspecteur ging in hoger beroep en kreeg gelijk van Hof Den Haag.

 

Anders dan aanvankelijk bedoeld was de exploitatie van het bedrijf niet al in juni 2003, maar per 1 januari 2004 overgedragen omdat de opvolgers pas in het tweede halfjaar van 2003 de benodigde vergunningen verkregen. Over alle kwartalen van 2003 waren namens de ondernemer aangiften loonheffing ingediend. Uit de aangiften over het vierde kwartaal 2003 en het eerste kwartaal 2004 bleek dat op 31 december 2003 de inhoudingsplicht van de ondernemer eindigde. Voor de boekhouding, de loonadministratie en het verzorgen van de aangiften was sinds 1991 dezelfde adviseur verantwoordelijk. Deze adviseur onderhield ook de contacten met de inspecteur. De inspecteur mocht, gegeven de langdurige relatie tussen de ondernemer en zijn adviseur, vertrouwen op de juistheid van de door adviseur verstrekte informatie en de door hem ingediende aangiften.

 

Het hof was van oordeel dat het bedrijf in het naheffingstijdvak voor rekening en risico van de ondernemer werd geëxploiteerd, dat de loonadministratie in Nederland werd gevoerd en dat de ondernemer als inhoudingsplichtige bij de inspecteur was gemeld. Dat betekende dat de naheffingsaanslag terecht aan hem was opgelegd.