De houder van een aanmerkelijk belang in een vennootschap die werkzaamheden voor deze vennootschap verricht, moet voor deze werkzaamheden een gebruikelijk loon ontvangen. Dat gebruikelijke loon was in het verleden
ten minste gelijk aan het maximum premie-inkomen voor de WAZ. Tegenwoordig bedraagt het gebruikelijk loon tenminste € 41.000. Iemand heeft een aanmerkelijk belang wanneer hij zelf of samen met zijn partner ten minste 5% van het geplaatste aandelenkapitaal
houdt in een vennootschap. Dat belang kan zowel direct als indirect via tussenkomst van een andere vennootschap worden gehouden.
Volgens een uitspraak van de rechtbank Den Haag kan ook door tussenkomst van een vereniging sprake zijn van een aanmerkelijk belang. Het betrof een vereniging die de enige
aandeelhouder van een BV was. De zeggenschap binnen de vereniging lag bij de algemene ledenvergadering. Gezien het aantal stemrechten had een echtpaar nagenoeg volledige zeggenschap in de algemene ledenvergadering. Op basis van de statuten was de rechtbank
van oordeel dat niet de vereniging als zodanig maar het echtpaar feitelijk het volledige juridische en economische belang in de BV had. De rechtbank vond niet van belang dat de vereniging geen winst mocht uitkeren aan haar leden. De dividenden die de BV had
uitgekeerd aan de vereniging waren ten goede gekomen aan de leden door de wijze van besteding.
Omdat de man vanuit de vereniging werkzaamheden verrichtte voor de BV en hij
een aanmerkelijk belang had in de BV was de gebruikelijkloonregeling van toepassing. De BV had voor de verrichte werkzaamheden betalingen gedaan aan de vereniging. De vereniging betaalde de man een loon dat beduidend lager was dan het destijds geldende
minimum van ruim € 38.000 per jaar.