Een vennootschap berekende over een vordering op haar dga geen rente. Dat was onderdeel van het beloningspakket van de dga. De dga verwerkte het genoten rentevoordeel in zijn aangifte inkomstenbelasting. De vennootschap wilde de niet bedongen rente als arbeidsbeloning van haar dga ten laste van de fiscale winst brengen. Dat is niet mogelijk omdat dat tot een dubbeltelling zou leiden. Het niet bedingen van rente heeft tot gevolg dat de rente niet tot de winst kan worden gerekend. Er is daarnaast geen ruimte voor een aftrekpost.

Het renteloos maken van de vordering is geen informele kapitaalstorting door de dga, omdat niet de vennootschap wordt verrijkt maar de dga.