De overgang van een algemeenheid van goederen is geen levering voor toepassing van de omzetbelasting. Dat betekent dat er bij een dergelijke transactie geen omzetbelasting berekend kan worden. Wat een algemeenheid van goederen is heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen uiteengezet in het arrest Zita Modes. Iedere overdracht van een handelszaak of van een autonoom bedrijfsonderdeel waarmee een autonome economische activiteit kan worden uitgeoefend valt onder dit begrip. De koper moet wel de bedoeling hebben om de overgedragen handelszaak of het bedrijfsonderdeel te exploiteren en niet om de activiteit onmiddellijk te liquideren.

 

Onder verwijzing naar dit arrest kwam Hof Amsterdam tot het oordeel dat de aankoop van een bedrijfspand van de curator van een failliet verklaard bedrijf en de overname van andere bedrijfsgoederen van de leasemaatschappij die deze door eigendomsvoorbehoud aan het faillissement had weten te onttrekken de overgang van een algemeenheid van goederen vormde. Alle betrokken partijen hadden samengewerkt bij de totstandkoming van deze overeenkomsten. Het was de bedoeling van alle betrokken partijen om het bedrijf voort te zetten. De overnemende partij had ook een aantal personeelsleden van het failliete bedrijf in dienst genomen en de milieuvergunning overgenomen. Bij de levering van het bedrijfspand was omzetbelasting in rekening gebracht, die door de koper in aftrek was gebracht. Volgens het hof was dat ten onrechte.

 

 De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd, omdat het hof een verkeerde uitleg aan het arrest Zita Modes heeft gegeven. Een overgang van een algemeenheid van goederen doet zich alleen voor als de betreffende goederen voor de overgang door één ondernemer in zijn onderneming werden gebruikt en zij worden overgedragen om door één andere ondernemer in diens onderneming te worden gebruikt. In dit geval ging het om zaken die de leasemaatschappij voorheen gebruikte binnen de eigen onderneming door verhuur aan de failliete vennootschappen en daarnaast de levering van het pand door een van de failliete vennootschappen. Er was dus geen sprake van een overgang van een algemeenheid van goederen, ondanks de samenwerking van partijen bij de totstandkoming van de overeenkomsten van levering.