De overdacht van een vrachtschip met alle toebehoren aan een andere ondernemer die de exploitatie van het schip voortzet is de overgang van een algemeenheid van goederen. Bij een dergelijke overgang is geen sprake van een levering voor de omzetbelasting. 

Volgens Hof Den Haag geldt dat ook als geen lopende contracten zijn overgedragen of zijn overgegaan. Het hof baseert dit op een oude aanschrijving van de staatssecretaris van Financiën uit 1973. Daaruit blijkt dat de overdracht van een schip kwalificeert als de overdracht van een algemeenheid van goederen. De belastingdienst meende dat de betreffende bepaling uit de Wet OB 1968 beperkt was tot de overdracht van schepen tussen particulieren.