Een reiziger kocht bij zijn vertrek op Schiphol belastingvrij een digitale fotocamera voor € 245. Deze prijs gold overigens ook wanneer de camera niet belastingvrij werd verkocht. De verkoper had het nultarief omzetbelasting wegens uitvoer toegepast, gebaseerd op de bestemming van de reiziger. De bestemming lag buiten de EU. Dat was niet terecht, omdat de reiziger in Nederland woonde. Bij zijn terugkeer in Nederland werd de reiziger door de douane gecontroleerd en moest hij alsnog omzetbelasting betalen over de waarde van de camera wegens invoer. De vraag was of dit terecht was. De rechtbank meende van wel, maar verlaagde de waarde van de camera waarover omzetbelasting werd berekend tot 60% van de publieksprijs. De publieksprijs van de camera was € 339. De rechtbank volgde deze opvatting en stelde vast dat over een bedrag van € 204 omzetbelasting bij invoer verschuldigd was. In hoger beroep oordeelde Hof Amsterdam anders. Bij de verkoop was omzetbelasting verschuldigd. De verkoper had deze omzetbelasting moeten betalen maar had dat niet gedaan. De inspecteur had dat toegestaan. Wanneer een particulier in Nederland iets koopt van een ondernemer zit de omzetbelasting in de prijs inbegrepen. De enkele omstandigheid dat de inspecteur gedoogt dat geen omzetbelasting wordt betaald door de verkoper heeft niet tot gevolg dat de afnemer er vanuit moet gaan dat op de camera geen omzetbelasting drukt. Dit gold hier des te sterker omdat de verkoper geen verschil in prijs maakte tussen een bestemming binnen of buiten de EU.