Inwoners van Nederland vallen in beginsel onder de Nederlandse sociale verzekeringen. Dat geldt niet voor mensen die niet rechtmatig in Nederland verblijven. Het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 biedt een oplossing voor diegenen die in dienstbetrekking werkzaam zijn en uit hoofde daarvan aan de loonbelasting onderworpen zijn.
Een niet rechtmatig in Nederland verblijvende Rus, die hier als zelfstandig ondernemer werkzaam was, had volgens de Centrale Raad van Beroep geen recht op kinderbijslag, omdat hij niet als verzekerde in de zin van de AKW kon worden aangemerkt. In cassatie heeft de Hoge Raad dat oordeel bevestigd.
De ondernemer meende dat hij werd gediscrimineerd omdat hij als ondernemer inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen betaalde en daarmee in een gelijke positie verkeerde als iemand die in loondienst werkt en aan de loonbelasting is onderworpen. Volgens de Hoge Raad geldt als uitgangspunt dat vreemdelingen die niet onvoorwaardelijk tot Nederland zijn toegelaten in beginsel geen toegang hebben tot de collectieve sociale voorzieningen. Voor het onderscheid naar nationaliteit bestaat een toereikende rechtvaardiging. Voor zelfstandigen is geen regeling getroffen op grond waarvan zij in afwijking van de hoofdregel toch als verzekerde kunnen worden aangemerkt. Een vreemdeling die ondernemer is wordt daardoor ongunstiger behandeld dan de vreemdeling die in loondienst werkt. Argument hiervoor is dat moet worden voorkomen dat het illegaal werken van personen in Nederland wordt beloond in de vorm van een uitkering. Dat vormt een redelijke grond uit een oogpunt van uitvoerbaarheid en controleerbaarheid ondernemers anders te behandelen dan werknemers.