Wanneer iemand in een andere lidstaat van de Europese Unie dan zijn woonland werkt, bepaalt de Verordening EEG 1408/71 welke wetgeving op het gebied van de sociale verzekeringen van toepassing is. Volgens deze verordening heeft een volledig werkloze grensarbeider uitsluitend recht heeft op uitkeringen van de woonstaat. Deze regel veronderstelt dat in die staat de voorwaarden voor het zoeken van nieuw werk het gunstigst zijn. Volgens een arrest van het Hof van Justitie EG gaat die veronderstelling niet op wanneer een volledig werkloze grensarbeider in de voormalige werkstaat zowel privé als beroepsmatig zodanige banden heeft dat de beste kansen op nieuw werk daar liggen. Een dergelijke werknemer moet volgens het hof beschouwd worden als een werknemer die geen grensarbeider is. Op die manier valt hij onder een andere bepaling van de verordening en heeft hij recht op uitkering uit de werkstaat. De nationale rechter moet bepalen of een werknemer in de voormalige werkstaat de beste kansen op nieuw werk heeft.
Onder verwijzing naar dit arrest kende het UWV een WW-uitkering toe aan iemand die in België in de grensstreek woonde. Voor haar verhuizing naar België werkte zij in Nederland. De dienstbetrekking duurde voort tot geruime tijd na het tijdstip van de verhuizing, maar aanvankelijk door arbeidsongeschiktheid en later door een arbeidsconflict had de werkneemster niet meer gewerkt. Volgens het UWV lag het centrum van het maatschappelijk leven van de werkneemster in Nederland en had zij in Nederland de beste kansen op werkhervatting, ook al omdat zij nooit in België had gewerkt.
De Centrale Raad van Beroep deelde de opvatting van het UWV. De Raad was van oordeel dat als de werkneemster een grensarbeider was, zij in een bijzondere situatie verkeerde en als een “a-typische grensarbeider” moest worden aangemerkt zoals bedoeld in het eerder genoemde arrest. Als de werkneemster geen grensarbeider was dan had zij zonder meer recht op uitkering in Nederland op voorwaarde dat zij zich ter beschikbaar stelde voor arbeidsbemiddeling in Nederland. Aan deze voorwaarde voldeed de werkneemster aangezien zij zich al voor haar werkloosheid had ingeschreven als werkzoekende in Nederland.