De bijstandsuitkeringen zijn gekoppeld aan de hoogte van het wettelijk minimumloon. Omdat het wettelijk minimumloon stijgt per 1 januari 2010, gaan ook de bijstandsuitkeringen omhoog. Ook de uitkeringen voor oudere werkloze werknemers (IOAW), oudere voormalige zelfstandigen (IOAZ) en kunstenaars (WWIK) stijgen.

De bijstandsuitkering voor gehuwden en samenwonenden tussen 27 en 65 jaar bedraagt met ingang van 1 januari € 1.299,04 netto per maand, inclusief vakantiegeld.

De bijstandsuitkering voor alleenstaanden tussen de 27 en 65 jaar wordt € 649,52 netto per maand, inclusief vakantiegeld.

Voor alleenstaande ouders in die leeftijdscategorie wordt de uitkering € 909,33 per maand, inclusief vakantiegeld. Het vakantiegeld in de bijstandsuitkeringen bedraagt 5%.

Alleenstaanden en alleenstaande ouders, die geen (woon)kosten delen met een ander, kunnen in aanmerking komen voor een toeslag van maximaal € 259,81 per maand.

De bijstandsuitkeringen voor 65-plussers komen overeen met de netto AOW-bedragen.

Mensen hoeven niet al hun spaargeld op te maken om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering. Er geldt een vrijgesteld bedrag van € 10.960 voor gezinnen en van € 5.480 voor alleenstaanden. Voor bijstandsgerechtigden met een eigen huis geldt een extra vrijstelling van maximaal € 46.200.

 

De IOAW is bestemd voor oudere langdurig werklozen die 50 jaar of ouder waren op het moment dat zij werkloos werden en voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen, ongeacht hun leeftijd.

De IOAZ geldt voor ex-zelfstandigen die 55 jaar of ouder zijn of die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en die noodgedwongen hun bedrijf hebben moesten beëindigen.

De IOAW en de IOAZ vullen het totale inkomen van de rechthebbende en zijn partner aan tot bijstandsniveau.

 

De Wet werk en inkomen kunstenaars geldt voor kunstenaars die nog niet in een eigen inkomen kunnen voorzien. De bruto uitkering bedraagt voor alleenstaanden € 732,78, voor alleenstaande ouders € 1.014,75 en voor gehuwden en samenwonenden € 1.081,90 per maand.