In Nederland gevestigde BV’s vallen als binnenlandse belastingplichtigen onder de vennootschapsbelasting. Onder voorwaarden geldt een vrijstelling voor instellingen die vrijwel uitsluitend werkzaamheden verrichten op het gebied van de genezing of verpleging van zieken, kraamvrouwen of gebrekkigen.

Een van de gestelde voorwaarden is dat de BV de behaalde winst uitsluitend mag benutten voor een vrijgestelde BV of een algemeen maatschappelijk belang.

Een BV die activiteiten die voorheen in een ziekenhuis plaatsvonden had overgenomen claimde toepassing van de vrijstelling. De activiteiten bestonden ondermeer uit het maken van röntgenfoto’s, echo’s en het verrichten van laboratoriumonderzoek.

De BV mocht volgens de statuten ook andere dan zorgactiviteiten verrichten. Volgens de rechtbank Breda voldeed de BV niet aan de voorwaarden, ook al niet omdat de met die andere activiteiten behaalde winst ter vrije beschikking van de algemene vergadering van aandeelhouders stond. Het bestaan van een uitkeringsverbod voor de winst die werd behaald met zorgactiviteiten was onvoldoende om te kwalificeren voor de vrijstelling.