De Wet op de Vennootschapsbelasting beperkt de aftrek van rente van schulden voor vennootschappen die onderdeel van een groep van vennootschappen zijn en die een overmaat aan vreemd vermogen hebben. Niet in aftrek komt dan een gedeelte van de rente in de verhouding tussen het teveel aan vreemd vermogen en het gemiddelde vreemd vermogen. Het teveel aan vreemd vermogen kan op verschillende manieren worden vastgesteld. Als uitgangspunt geldt de vaste ratiotoets. In afwijking daarvan kan de concerntoets worden gebruikt. Het teveel aan vreemd vermogen wordt dan bepaald op het bedrag waarmee het gemiddeld vreemd vermogen uitgaat boven het gemiddeld eigen vermogen, vermenigvuldigd met de vermogensverhouding van de groep. De vermogensverhouding van de groep is gelijk aan het gemiddeld vreemd vermogen gedeeld door het gemiddeld eigen vermogen volgens de geconsolideerde jaarrekening van de groep.
De concerntoets is bedoeld om de belastingplichtige de mogelijkheid te bieden voor de bepaling van het teveel aan vreemd vermogen aan te sluiten bij de mate waarin de bezittingen van de groep waartoe zij behoort met eigen vermogen zijn gefinancierd.
Bij volledige consolidatie van een groepsmaatschappij die niet volledig toebehoort aan de moedermaatschappij wordt het aandeel van derden afzonderlijk in de geconsolideerde balans tot uitdrukking gebracht. Dit aandeel van derden in het groepsvermogen geldt als eigen vermogen en is dus mede bepalend voor de hoogte van een teveel aan vreemd vermogen volgens de concerntoets.