Een boete die wordt opgelegd bij een belastingaanslag is een strafrechtelijke sanctie. Volgens het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) moet een strafrechtelijke sanctie binnen een redelijke termijn vaststaan. Volgens de Hoge Raad is, behoudens bijzondere omstandigheden, twee jaar een redelijke termijn voor de berechting van een boetezaak door de rechtbank. Bij overschrijding van de redelijke termijn moet de boete worden verminderd. De mate waarin de boete moet worden verminderd is afhankelijk van de mate waarin de termijn is overschreden.

De rechtbank Leeuwarden verminderde een opgelegde boete met 10% vanwege een termijnoverschrijding van twee weken. Hof Leeuwarden vond in hoger beroep dat de vermindering beperkt moest blijven tot 5%. Het hof baseerde zich daarbij op een ander arrest van de Hoge Raad.