In een bezwaarschrift tegen een drietal WOZ-beschikkingen claimde de indiener vergoeding van de door hem gemaakte kosten van de bezwaarprocedure. Het ging om kosten van taxatieverslagen, reiskosten om de panden en de zogenaamde referentiepanden te bezichtigen en de kosten van het opnemen van verlofdagen. In de uitspraak op de bezwaarschriften vergoedde de gemeente slechts de kosten van de taxatieverslagen.
In beroep tegen de proceskostenvergoeding stelde de rechtbank de gemeente in het gelijk.
In hoger beroep kende Hof Arnhem wel een hogere vergoeding toe. Er stond vast dat de indiener verlofdagen had opgenomen om de panden te bezichtigen, zodat hij kon beoordelen of het nut had om een taxateur in te schakelen en om de uitgebrachte taxatieverslagen te bespreken. Ook stond vast dat de indiener in verband daarmee reiskosten had gemaakt.
Over de vergoeding van verletkosten heeft de Hoge Raad zich uitgelaten in een arrest uit 2001. In het licht van dat arrest komen volgens Hof Arnhem de in verband met de taxatie en het overleg met de taxateur gemaakte verletkosten voor vergoeding in aanmerking. Dat geldt ook voor de daarmee samenhangende reiskosten.
Naast de kosten van de taxaties ging het om € 483,20 aan verletkosten en € 76,20 aan reiskosten op basis van openbaar vervoer.