Bedrijven die gebruik maken van de diensten van personeel van andere werkgevers kunnen aansprakelijk worden gesteld voor de loonbelasting en premieheffing en de omzetbelasting van die andere werkgevers, wanneer deze de belasting niet betalen.

Een tomatenkwekerij maakte in 1998 gebruik van de diensten van werknemers van een BV. Deze BV werd op 4 september 2002 ontbonden en hield op dezelfde dag op te bestaan. Naar aanleiding van een in 2000 uitgevoerde looncontrole werden over de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1999 een naheffingsaanslag loonheffing en een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd. De aanslagbiljetten werden verstuurd naar het laatst bekende adres van de BV, maar kwamen onbestelbaar terug.

De belastingdienst stelde vervolgens de tomatenkweker aansprakelijk voor een deel van de nageheven loonheffing en omzetbelasting. De tomatenkweker meende dat de aansprakelijkstelling vernietigd moest worden omdat de aanslagbiljetten niet op de voorgeschreven wijze aan de BV bekend waren gemaakt, aangezien de biljetten onbestelbaar retour waren gekomen. Volgens de Hoge Raad kan de aansprakelijk gestelde ondernemer in deze situatie de aansprakelijkheid niet afweren door te stellen dat de aanslag niet bekend is gemaakt.