De belastingdeurwaarder brengt bij de betekening van een dwangbevel bij beschikking kosten in rekening. Het bedrag aan kosten volgt uit de Kostenwet. Deze wet biedt niet de mogelijkheid van een afwijkende normering. De rechter heeft niet de bevoegdheid om te beoordelen of de in rekening gebrachte kosten buiten proporties zijn. De Kostenwet spreekt van het in rekening brengen van "kosten", maar het gaat om forfaitaire bedragen die ook in rekening gebracht mogen worden als zij meer bedragen dan de werkelijke kosten van de invorderingswerkzaamheden. Het is niet uitgesloten dat de wetgever de tarieven zodanig vaststelt dat de opbrengsten de totale kosten van invordering overtreffen.
Omdat het in rekening brengen van kosten geen boete is, kan de proportionaliteit van in rekening gebrachte invorderingskosten niet worden getoetst op basis van het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Hoewel het in rekening gebrachte bedrag zowel absoluut als relatief zo hoog kan zijn, dat daarvan een preventieve en afschrikwekkende werking uitgaat naar wanbetalers, krijgt de kostenberekening daardoor nog geen strafkarakter zoals is bedoeld in het EVRM.