De minister van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer een reactie gegeven op in een drietal brieven aangehaalde beëindiging van het fiscale voordeel van bloot eigendom en vruchtgebruikconstructies met de eigen woning. Het gaat om de overdracht door ouders van hun huis aan hun kinderen. De ouders mochten tot hun overlijden in het huis blijven wonen. De kinderen werden pas bij het overlijden van de langstlevende ouder vol eigenaar van het huis. In afwijking van de wettelijke bepalingen gold als erfrechtelijke verkrijging niet de waarde ten tijde van het overlijden maar de waarde van het huis op het moment van de overdracht. Dit was goedgekeurd in een resolutie uit 1964. Deze resolutie is bij de herziening van de Successiewet 1956 per 1 januari 2010 ingetrokken. Vanaf 1 januari 2010 geldt voor de erfbelasting de waarde van het huis op het moment van overlijden. Er is bewust voor gekozen om geen overgangsregeling voor bestaande gevallen te treffen. De minister zal ook niet op een andere manier een tegemoetkoming geven voor op 1 januari 2010 bestaande gevallen.