De ingrijpende wijziging van de Successiewet is aangenomen door de Tweede Kamer. Dat is niet zonder slag of stoot gegaan, gezien het aantal amendementen dat de Kamer heeft aangebracht op het oorspronkelijke voorstel.
De vereenvoudiging van de tariefstructuur is overeind gebleven. Op grond van het nu aangenomen voorstel gaan voor partners en kinderen hogere vrijstellingen gelden en wordt de progressie in de tarieven beperkt. De vrijstelling van erfbelasting voor partners
gaat omhoog naar € 600.000; de vrijstelling voor kinderen gaat omhoog naar € 19.000. De tarieven voor partners en kinderen bedragen straks 10% over de eerste € 118.000 (aanvankelijk € 125.000) en 20% over het meerdere.
De aangenomen amendementen brengen de volgende wijzigingen aan.
-
Voor mensen die 5 jaar of langer op hetzelfde adres staan ingeschreven wordt een inbreuk gemaakt op het nieuwe partnerbegrip. Volgens dat nieuwe begrip zijn samenwonenden geen partner als ze geen notarieel samenlevingscontract hebben afgesloten of samen een kind hebben. Voor de toepassing van de Successiewet volstaat een vijfjarige samenleving om te profiteren van de voordelen voor partners.
-
Ook inwonende kinderen die mantelzorg verlenen aan hun ouders kunnen onder voorwaarden als partner aangemerkt worden.
-
De wet bevat een groot aantal fictiebepalingen die bedoeld zijn om te voorkomen dat de heffing van erfbelasting wordt ontgaan. Een van deze fictiebepalingen heeft betrekking op de overdracht van de blote eigendom van vermogensbestanddelen door de erflater aan zijn erfgenamen. Deze fictiebepaling is aangepast ten opzichte van het wetsvoorstel zoals dat na drie nota’s van wijziging luidde. De fictiebepaling is nu van toepassing op legaten en lastbevoordelingen die de nalatenschap van de erflater overstijgen. Het maakt niet uit of de goederen die zijn gelegateerd tot de nalatenschap van de erflater behoren.
-
De vrijstelling voor de erfbelasting voor kinderen van € 19.000 wordt voor zieke en gehandicapte kinderen verhoogd tot € 57.000.
-
Voor schenkingen van ouders aan kinderen geldt een vrijstelling. Eenmalig geldt voor kinderen tussen 18 en 35 jaar een verhoogde vrijstelling van € 24.000. Deze wordt verhoogd tot € 50.000 als de schenking wordt aangewend voor de aankoop van een huis of voor een studie. Er geldt tijdelijk een aanvullende verhoogde vrijstelling van € 26.000 voor kinderen die voor 1 januari 2010 18 zijn geworden als de eenmalige vrijstelling al is gebruikt.
-
De kinderen van de ene ongehuwde partner blijven aanverwanten van de andere partner wanneer de gezamenlijke huishouding van de samenlevingspartners is beëindigd door het overlijden van een van de partners. Kinderen van de samenlevingspartner worden daardoor behandeld als stiefkinderen.
-
De voorgestelde bedrijfsopvolgingsregeling kende een vrijstelling van 90%, ongeacht de waarde van het bedrijf. Nu wordt de gehele verkrijging vrijgesteld tot een totale waarde van het bedrijf van € 1 miljoen. Van de waarde van het bedrijf boven € 1 miljoen is 83% vrijgesteld.
-
Er komt een uitstelregeling voor de belasting voor mensen die de blote eigendom van een woning verkrijgen en de belasting over deze verkrijging zelf niet kunnen betalen.
-
Het overgangsrecht voor samenlevende partners heeft tot gevolg dat de onderlinge overbedelingsschulden en vorderingen buiten de heffing van de inkomstenbelasting blijven.
-
Als ouders erven van hun kinderen gaat een vrijstelling gelden van € 45.000. Ouders blijven wel in tariefgroep 2.
Het wetsvoorstel moet nog door de Eerste Kamer behandeld worden. De verwachting is dat dit nog voor het kerstreces gebeurt zodat de wet in werking kan treden op 1 januari 2010.