Vooral bij zogenaamde sleutelfunctionarissen is het opnemen van een concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst zeer gebruikelijk. Een concurrentiebeding verbiedt in zijn gebruikelijke vorm de werknemer gedurende een zekere periode na het beëindigen van de dienstbetrekking voor een concurrent van de huidige werkgever te werken of de werkgever zelf concurrentie aan te doen. Het concurrentiebeding beperkt een werknemer na de beëindiging van zijn dienstbetrekking in zijn mogelijkheden om elders te werken. Daarom moet een concurrentiebeding, wil het rechtsgeldig zijn, volgens de wet schriftelijk zijn vastgelegd en door de werknemer zijn geaccepteerd. Als variant op het verbieden van bepaalde werkzaamheden kan een relatiebeding worden opgenomen. Een relatiebeding verbiedt het benaderen van klanten en relaties van de werkgever of beperkt het concurrentiebeding tot relaties van de werkgever. Op overtreding van concurrentie- en relatiebedingen staan meestal boetes per keer en per dag dat de overtreding voortduurt.

De gevolgen van overtreding kunnen behoorlijk verstrekkend zijn. Dat ondervond een accountant, die na vele jaren werkzaam te zijn geweest voor een accountants- en belastingadvieskantoor voor zichzelf begon. Het was de accountant gedurende drie jaar na de beëindiging van de dienstbetrekking verboden om zich als accountant te vestigen in de gemeente waar zijn oude werkgever gevestigd was. In uitzondering op dat verbod mocht hij wel in zijn woning zijn beroep uitoefenen of een kantoor vestigen. Verder mocht hij geen personeel van zijn oude werkgever in dienst nemen, mocht hij niet werken voor klanten in de gemeente waarin zijn oude werkgever was gevestigd, mocht hij niet commercieel actief zijn in die gemeente gedurende drie jaar en mocht hij gedurende tien jaar na het einde van zijn dienstbetrekking niet werken voor (voormalige) klanten van zijn oude werkgever. Op overtreding van deze verboden stond een boete van € 113.500 per overtreding en van € 4.500 per dag dat een overtreding voortduurde.

De accountant verrichtte zijn werkzaamheden niet alleen vanuit zijn woonhuis, maar ook vanuit een even verderop gelegen pand. Daarmee overtrad hij een van de verboden.

Daarnaast was een oud-werknemer van de oude werkgever werkzaam voor de accountant. Volgens de kantonrechter hield dat geen overtreding in van de verbodsbepalingen, omdat de betreffende werknemer na het vertrek bij de oude werkgever eerst elders had gewerkt.

Het verbod om te werken voor bedrijven die gevestigd waren in de gemeente waar ook de oude werkgever was gevestigd, werd niet overtreden toen twee klanten van de accountant hun bedrijven verplaatsten naar deze gemeente. Naar de letter was dat wel een overtreding van het verbod, maar de kantonrechter meende dat de verbodsbepaling niet was bedoeld voor deze uitzonderlijke situatie. Het bijwonen van een bijeenkomst van de regionale Business Club en het bezoeken van de Regio Business Dagen hield een overtreding in van het verbod om binnen de gemeente commercieel actief te zijn, aldus de kantonrechter.

De oude werkgever vorderde een boete van € 1.274.500. De kantonrechter veroordeelde de accountant tot betaling van een boete van € 113.500 wegens overtreding van het vestigingsverbod en tot 2 maal € 4.500 wegens de overtredingen van het verbod op commerciële activiteiten.