Een fusie of overname van bedrijven kan ingrijpende gevolgen hebben voor de betrokkenen, waaronder het personeel. Vaak komt er een nieuwe directie met een eigen, afwijkende visie. Ook de nieuwe directie moet zich naar de zittende werknemers als een goede werkgever gedragen.

In de volgende casus handelde de nieuwe directie, die aantrad na een fusie van twee bedrijven, niet als een goede werkgever. De salesmanager van een van de bedrijven had in de jaren voor de fusie zeer goede beoordelingen gekregen van de toenmalige directie, met een promotie en een aanzienlijke salarisverhoging als gevolg. De nieuwe directeur vond binnen een maand na de fusie dat de salesmanager niet aan de verwachtingen voldeed en plaatste hem in een lagere functie, met behoud van salaris. Korte tijd later werd de werknemer op non-actief gesteld en diende de directie een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in. De kantonrechter vond de handelwijze van de nieuwe directie niet redelijk. De werknemer had de kans moeten krijgen om zijn functioneren aan te passen aan de visie van de nieuwe directie om zijn functie te kunnen behouden. De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst omdat partijen niet met elkaar verder konden werken en kende een vergoeding toe met een correctiefactor van 1,5 omdat de beëindiging aan de werkgever te wijten was.