Ontbinding van een arbeidsovereenkomst kan gebeuren via een verzoek aan de kantonrechter. Tijdens ziekte van de werknemer is een opzegverbod van kracht. Dat houdt in dat de kantonrechter moet onderzoeken of het ontbindingsverzoek verband houdt met de ziekte. Wanneer dit het geval is, moet de kantonrechter in beginsel het verzoek afwijzen. Dat is alleen anders als zich andere omstandigheden voordoen die een gewichtige reden voor ontbinding vormen.
Een werkgever verzocht de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met een werknemer te ontbinden wegens verstoorde arbeidsverhoudingen. De werkgever bood aan een ontslagvergoeding te betalen volgens de kantonrechtersformule met een C-factor van 0,75.
Volgens de werkgever had de werknemer onvoldoende niveau voor de uitgeoefende functie en was er geen enkel vertrouwen in het functioneren van de werknemer. Het verzoek werd ingediend terwijl de werknemer met een burn-out ziek thuis zat. Volgens de kantonrechter hield de aan het ontbindingsverzoek ten grondslag liggende reden verband met de arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Gelet op de aard van de klachten stond voldoende vast dat de werknemer door ziekte zijn werk niet meer naar behoren kon vervullen.
De werkgever is verplicht om de werknemer te laten re-integreren; in eerste instantie in diens eigen functie en wanneer dat niet kan in een aangepaste functie. Wanneer ook dat niet kan, moet de werkgever re-integratie bij een andere werkgever bevorderen.
Omdat duidelijk was dat re-integratie bij de werkgever niet mogelijk was, ontbond de kantonrechter de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter weet de beëindiging voor een groot deel aan de werkgever door zijn opstelling ten aanzien van de re-integratie. Daarom veroordeelde de kantonrechter de werkgever om na de ontbinding van de arbeidsovereenkomst de uitkering van de werknemer gedurende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid aan te vullen tot 100% van het laatstgenoten salaris en gedurende het tweede jaar tot 80%. Omdat dit bedrag hoger was dan de aangeboden ontslagvergoeding kreeg de werkgever de gelegenheid om het ontbindingsverzoek in te trekken. Daarmee zou de werkgever zich wel verbinden om de re-integratie van de werknemer bij een andere werkgever te bevorderen.