Bij de indiening van het wetsvoorstel ter verhoging van de AOW-leeftijd is aangekondigd dat de zogenaamde flankerende maatregelen in een apart wetsvoorstel zouden worden opgenomen. De voorgenomen maatregelen zijn nu in een aantal voorontwerpen van wet naar de Tweede Kamer gestuurd, zodat deze betrokken kunnen worden in de behandeling van het wetsvoorstel dat de verhoging van de AOW-leeftijd bevat. De voorontwerpen gaan te zijner tijd voor advies naar de Raad van State en worden daarna als wetsvoorstel ingediend. De voorgenomen maatregelen hebben betrekking op de duurzame inzetbaarheid van werknemers en op zware beroepen. Eerder was al aangekondigd dat werknemers die 30 jaar een zwaar beroep hebben uitgeoefend minder belastend werk moeten gaan doen bij hun eigen of een andere werkgever. Werkgevers- en werknemersorganisaties kunnen beroepen voordragen als een zwaar beroep. De regering merkt een beroep aan als zwaar. Het aanmelden van een zwaar beroep houdt de verplichting in voor werkgevers en werknemers om een gezamenlijk actieplan op te stellen waarin staat hoe het werk lichter gemaakt kan worden, hoe arbeidsongeschiktheid kan worden verminderd en hoe de duurzame inzetbaarheid van werknemers verbeterd kan worden.

Daarnaast komt er een regeling om werknemers en zelfstandigen met een lang arbeidsverleden de mogelijkheid te bieden om op 65-jarige leeftijd te stoppen en de - lagere - AOW-uitkering dan in te laten gaan. Verder komt er een regeling voor mensen die op latere leeftijd werkloos of gedeeltelijk arbeidsongeschikt raken en daardoor in de bijstand dreigen te komen. De maatregel komt erop neer dat zij niet vlak voor hun pensioen hun spaargeld hoeven op te maken.