De Hoge Raad heeft onlangs de einduitspraak gedaan in de zaak Renneberg. De zaak heeft betrekking op een inwoner van België, die zijn inkomen in Nederland verdiende. In zijn Nederlandse aangifte inkomstenbelasting claimde hij de aftrek van de negatieve inkomsten uit zijn Belgische eigen woning. Onder de huidige wetgeving is dat mogelijk, maar onder de Wet IB 1964 niet. Het Hof van Justitie EG oordeelde dat het in strijd is het met het EG-verdrag om niet inwoners geen aftrek toe te staan terwijl inwoners van Nederland die voor het overige in dezelfde omstandigheden verkeren wel recht op aftrek hebben. Voor dit verschil in behandeling is geen rechtvaardiging te vinden, ook niet in het (oude) belastingverdrag met België. De negatieve inkomsten uit eigen woning bestonden uit het saldo van het huurwaardeforfait en de betaalde hypotheekrente.
Om geen inbreuk te maken op het vrije verkeer van werknemers moest bij de berekening van het belastbare inkomen rekening worden gehouden met de negatieve inkomsten uit de eigen woning in België op dezelfde wijze als bij ingezetenen.


