De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een wetsvoorstel ingediend om een Europese Richtlijn inzake het ouderschapsverlof in de Wet arbeid en zorg en in de Arbeidstijdenwet te verwerken.
De richtlijn leidt ertoe dat het in het Burgerlijk Wetboek opgenomen opzegverbod in verband met ouderschapsverlof moet worden aangevuld met een wettelijke regeling om de werknemer te beschermen tegen benadeling wegens het geldend maken van het verlofrecht.
Ook het recht van de werknemer om na het ouderschapsverlof te verzoeken om aangepaste arbeidstijden wordt in de wet geregeld. Niet alle elementen van de EU-richtlijn hebben tot gevolg dat de Nederlandse wetgeving moet worden aangepast, omdat de Nederlandse
regelgeving op een aantal punten al de door de richtlijn vereiste waarborgen omvat.


