De Wet IB 2001 kent een bijzondere regeling voor de eigen woning. In afwijking van andere vermogensbestanddelen valt de eigen woning niet in box 3 maar in box 1. Iemand heeft een eigen woning als hij (economisch) eigenaar is van een woonhuis dat hem en personen die behoren tot zijn huishouden als hoofdverblijf ter beschikking staat, op voorwaarde dat de kosten en lasten van de woning op hem of zijn partner drukken en de waardeverandering van het woonhuis hen grotendeels aangaat.
Een persoon die slechts de blote eigendom had van de woning waarin hij met zijn vader woonde, voldeed niet aan de voorwaarden voor de toepassing van de eigenwoningregeling omdat de kosten op zijn vader drukten. De vader had het zakelijke recht van gebruik en bewoning. Omdat de eigenwoningregeling niet van toepassing was viel de woning in box 3.


