Na een jarenlange juridische strijd stond eind 2001 definitief vast dat een werknemer ten onrechte op staande voet was ontslagen en dat de werkgever het salaris moest doorbetalen tot het moment waarop de diensbetrekking rechtsgeldig werd beëindigd. Dat laatste was inmiddels gebeurd bij beschikking van de kantonrechter per 1 februari 2000. Er volgde overleg over de wijze waarop de afrekening betaald zou worden. Aanvankelijk wilde de werknemer een deel van de uitkering met toepassing van stamrechtvrijstelling in de loonbelasting gebruiken voor aanvulling van zijn oudedagsvoorziening, maar later zag hij daarvan af. Uiteindelijk vond betaling pas in 2004 plaats. De vraag was in welk jaar de uitkering belast moest worden. Volgens de inspecteur was dit in 2004, volgens de werknemer in 2002 omdat toen de hoogte van het te betalen bruto bedrag vaststond. Daarmee was de uitkering vorderbaar en inbaar. De inspecteur vond dat de uitkering pas in 2004 inbaar was geworden omdat de werknemer lang onduidelijk had gelaten hoe hij wilde dat de ontslaguitkering uitbetaald moest worden.
Hof Den Haag was van oordeel dat de omvang van de ontslaguitkering vast stond rond 31 januari 2002. Op dat moment was de ontslaguitkering ook vorderbaar geworden. Om belastbaar te zijn moest de ontslaguitkering naast vorderbaar ook inbaar zijn. Een bate is inbaar indien deze op verzoek van de schuldeiser onverwijld door de schuldenaar wordt betaald. Uit de gevoerde correspondentie bleek dat de werknemer tot december 2003 van plan was om de ontslaguitkering als koopsom voor een aanspraak op periodieke uitkeringen aan te wenden. Dat kan zonder inhouding van loonbelasting op de koopsom. De werknemer moest nog wel aan de werkgever doorgeven bij welke verzekeraar de koopsom moest worden gestort. Daarna wijzigde de werknemer van gedachten en wilde hij de ontslaguitkering netto, na inhouding van loonbelasting, uitbetaald krijgen. De betaling in januari 2004 was volgens het hof onverwijld. Daarmee was de ontslaguitkering eerst op dat moment inbaar geworden. Dat betekende dat de ontslaguitkering in 2004 belast moest worden.