Een onderzoeker verrichtte in de jaren 1990 tot en met 1992 wetenschappelijk onderzoek in het buitenland. De onderzoeker was niet in dienstbetrekking bij de instelling waar hij onderzoek verrichtte, maar ontving een studiebeurs. Het onderzoek leidde tot het vestigen van enkele patenten door de onderzoeksinstelling. De onderzoeker had uit dien hoofde recht op een deel van de royalty’s. De inspecteur merkte het in 2002 ontvangen bedrag aan als inkomen uit werk en woning. De onderzoeker meende dat het recht op royalty’s een vermogensrecht was dat in box 3 viel.
De rechtbank Breda merkte de in de jaren 1990 tot en met 1992 verrichte werkzaamheden aan als werkzaamheden die niet in dienstbetrekking zijn verricht. Dergelijke inkomsten vallen sinds de invoering van de Wet IB 2001 in box 1, ook als gaat om op 31 december 2000 nog niet genoten inkomsten uit voor 1 januari 2001 niet in dienstbetrekking verrichte werkzaamheden.


