Om het aantrekkelijk te maken voor buitenlandse deskundigen om in Nederland te werken is er een bijzondere regeling in de loonbelasting, die bekend staat als de 30%-regeling. Deze regeling houdt in, dat van de totale arbeidsbeloning inclusief vergoedingen 30% als onbelaste vergoeding voor zogenaamde extraterritoriale kosten wordt aangemerkt. Op het restant zijn de normale loonbelastingregels van toepassing. De regeling geldt voor een periode van maximaal 10 jaar en onder de voorwaarden dat:
- sprake is van een bijzondere deskundigheid die in Nederland niet of nauwelijks aanwezig is en
- de betreffende deskundige in het buitenland is aangeworven, dat wil zeggen dat hij niet al in Nederland woonde op het moment van aanvaarden van de dienstbetrekking.
De 30%-regeling kende onder de Wet IB 1964 een voorganger in de vorm van de 35%-regeling. De 30%-regeling wijkt op een aantal punten af van de 35%-regeling.
Onder de 35%-regeling konden de kosten van dubbele huisvesting belastingvrij worden vergoed naast de eveneens onbelaste 35%-vergoeding. Onder de opvolger van de 35%-regeling, de huidige 30%-regeling is dit niet het geval. De 30%-regeling staat belastingvrije vergoeding toe van extra kosten van tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst. De kosten van dubbele huisvesting vallen hieronder. Het feit dat dergelijke kosten ook vallen onder de kosten die een werkgever belastingvrij mag vergoeden aan zijn werknemers in verband met een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking betekent niet dat een dubbele vergoeding belastingvrij mogelijk is. Wanneer de werkgever de kosten van dubbele huisvesting al onbelast vergoedt via de 30%-regeling is de aparte regeling voor onbelaste vergoeding van dubbele huisvestingskosten niet meer aan de orde.


