Overheidsinstellingen mogen zonder verdere regelgeving het burgerservicenummer (BSN) gebruiken bij het verwerken van persoonsgegevens bij de uitvoering van hun publieke taak.
In ander gevallen is voor dat gebruik een wettelijke grondslag nodig. Voor gebruik ten behoeve van de belastingdienst door derden is de wettelijke grondslag opgenomen in de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de Invorderingswet 1990.
In een besluit heeft de staatssecretaris van Financiën het gebruik van het BSN in drie situaties verplicht gesteld. Het gaat om de volgende situaties:
a. Een inhoudingsplichtige moet het BSN van een stagiair(e) opnemen in zijn administratie als de stagevergoeding niet ten goede komt aan die stagiair(e).
b. Een inlener van personeel of een aannemer van werk kan, als hij in zijn administratie het BSN van de werknemer van de uitlener of onderaannemer heeft opgenomen, de omvang van zijn aansprakelijkheid beperken.
c. Een NV of een BV die een verzoek doet om geruisloze terugkeer moet het BSN van de aandeelhouders vermelden.


