De staatssecretaris van Financiën gaat niet in cassatie tegen een uitspraak van Hof Den Bosch over de aftrek van voorbelasting door een gemeente. De gemeente was op grond van de Wet Voorzieningen Gehandicapten verplicht om vervoersvoorzieningen te regelen voor gehandicapten zodat zij konden deelnemen aan maatschappelijke activiteiten. Samen met de omringende gemeenten en de provincie ging de gemeente een samenwerkingsverband aan om dit vervoer te regelen. Het samenwerkingsverband sloot een overeenkomst met een vervoersbedrijf. Dat bedrijf berekende omzetbelasting over de vergoeding voor het vervoer.

Het Hof was van oordeel dat de vervoerder diensten had verleend aan de gemeente in het kader van het door de gemeente te verzorgen vervoer van gehandicapten. De gemeente had recht op aftrek van de voorbelasting.

Volgens de staatssecretaris geeft de uitspraak geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting van het Hof. Verder is de zaak sterk feitelijk en uit dat oogpunt niet vatbaar voor cassatie.