1. Aanpassing navordering
De belastingdienst mag navorderen wanneer een onjuiste belastingaanslag bij de belastingplichtige niet de indruk heeft kunnen wekken dat deze berust op een weloverwogen vaststelling van de belastingschuld door de inspecteur  Het gaat dan om de zogenaamde schrijf- en tikfouten. De geautomatiseerde verwerking van aangiften en vaststelling van aanslagen heeft invloed gehad op de vraag of sprake is van een schrijf- of tikfout. Navordering wordt voortaan mogelijk als een belastingaanslag door een fout onjuist is vastgesteld of niet is opgelegd. De belastingplichtige moet in één oogopslag kunnen zien dat de belastingaanslag of een beschikking om geen aanslag op te leggen, niet juist is.  Als de belastingplichtige in redelijkheid kan menen dat de aanslag op goede gronden te laag is vastgesteld of niet is opgelegd, is geen sprake van een kenbare onjuistheid. Navordering in deze gevallen is alleen mogelijk binnen twee jaar na het opleggen van de belastingaanslag. In andere gevallen blijft de navorderingstermijn vijf jaar na het ontstaan van de belastingschuld. De wijziging van de navorderingsregeling geldt voor belastingaanslagen en beschikkingen die zijn vastgesteld genomen op of na de datum van inwerkingtreding van de wetswijziging.

2. Aanpassing naheffing
Het is niet in alle gevallen mogelijk om een ten onrechte verleende ambtshalve vermindering omzetbelasting na te heffen omdat een ambtshalve vermindering niet voortvloeit uit een ingevolge de belastingwet gedaan verzoek. Het komt regelmatig voor dat de belastingdienst een te laat ingediend verzoek om teruggaaf van een aangiftebelasting toch honoreert. Wanneer op een later tijdstip geconstateerd wordt dat de belastingplichtige geen recht had op de teruggaaf, moet de belastingdienst kunnen naheffen. Daarom wordt naheffing mogelijk in alle gevallen waarin een verzoek van de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige ten grondslag ligt aan een vrijstelling, vermindering of teruggaaf van belasting.

3. Schriftelijke melding betalingsonmacht
Bestuurders van rechtspersonen die een onderneming drijven zijn aansprakelijk voor onbetaalde belastingschulden en premies van de rechtspersoon. Een rechtspersoon die niet in staat is om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen, moet de ontvanger onverwijld op de hoogte te stellen van zijn betalingsonmacht. Voor de bestuurder is het van belang om te kunnen bewijzen dat hij de betalingsonmacht heeft gemeld. De melding van betalingsonmacht is nu vormvrij.  Om onduidelijkheden in de toekomst te vermijden moet de melding voortaan schriftelijk gebeuren. Dat kan op papier met een meldingsformulier dat te downloaden is van de website van de Belastingdienst of elektronisch via een webformulier. De wetswijziging treedt in werking op het moment dat het webformulier gebruiksklaar is.