Ontslag op staande voet van een werknemer is mogelijk wanneer daarvoor een dringende reden bestaat en het ontslag onverwijld wordt gegeven. Een dringende redenen is aanwezig wanneer de werknemer zich zodanig gedraagt dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij de dienstbetrekking laat voortbestaan. Bij de beoordeling van de vraag of de reden voldoende dringend is, moet gelet worden op de omstandigheden van het geval, zoals de leeftijd van de werknemer en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben.
Een werkgever had een van zijn buitendienstmedewerkers meerdere malen aangesproken op zijn wijze van rapporteren. Dat was voor de werkgever aanleiding om te controleren of de door de werknemer ingediende declaraties wel juist waren. De werkgever schakelde voor die controle een recherchebureau in. Het rapport van het recherchebureau was aanleiding voor de werkgever om de werknemer op staande voet te ontslaan.
Volgens de kantonrechter is het alleen aanvaardbaar om buiten de werknemer om een recherchebureau in te schakelen wanneer er serieuze verdenkingen bestaan dat de werknemer ernstige overtredingen heeft begaan. Dat was in deze casus niet gebleken. Volgens de kantonrechter had in plaats van het inschakelen van het recherchebureau het eerder afgesproken evaluatiegesprek gehouden moeten worden. De ingediende declaraties hadden onderwerp van gesprek kunnen zijn. Als vast was komen te staan dat de declaraties niet naar behoren waren had een track- en tracesysteem ingebouwd kunnen worden in de auto van de zaak. De kantonrechter vond het een onevenredige en ongepaste maatregel om het recherchebureau onderzoek te laten doen naar de rechtmatigheid van de ingediende declaraties. Daar kwam nog bij dat de werknemer niet vooraf op de hoogte was gesteld van de inhoud van het gesprek, zodat hij zich niet had kunnen voorbereiden.
De kantonrechter wees het verzoek om betaling van het salaris toe, vermeerderd met de wettelijke verhoging over achterstallig salaris en de wettelijke rente.
Het verzoek om wedertewerkstelling wees de kantonrechter af, omdat er sprake was van een grote vertrouwensbreuk tussen partijen.


