Tijdens een langdurige afwezigheid van een werknemer wegens ziekte werd het bedrijf van de werkgever overgenomen. Er volgde een reorganisatie, waarbij de functie van de werknemer kwam te vervallen. De werkgever bood hem een andere functie aan tegen een aanzienlijk lager salaris. De functie was vergelijkbaar met een eerder door de werknemer verrichte functie. De werknemer accepteerde de aanpassing van zijn salaris niet. Toen de werknemer volledig hersteld was, liet de werkgever hem niet toe om zijn eigen werkzaamheden te verrichten, maar werd hij projectmatig ingezet.
De werkgever vroeg een ontslagvergunning aan voor de werknemer. De werknemer startte een procedure bij de kantonrechter om de werkgever te verplichten hem tegen zijn oude salaris te werk te stellen in de andere functie. Volgens de werknemer hield het voorstel van de werkgever een eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden in.
Na beoordeling van de feiten kwam de kantonrechter tot de conclusie dat de kern en een substantieel deel in tijd van de werkzaamheden van de werknemer niet waren veranderd. Slechts een in de loop der tijd aan de functie toegevoegde taken en verantwoordelijkheden was vervallen. De kantonrechter deelde de visie dat het ging om een voorstel tot wijziging van de primaire arbeidsvoorwaarden. De arbeidsovereenkomst bevatte geen beding op grond waarvan de werkgever de arbeidsvoorwaarden eenzijdig mocht wijzigen.
De kantonrechter vond wel dat de werkgever de financiële situatie van het bedrijf en de noodzaak tot reorganisatie mocht aangrijpen om een voorstel tot wijziging van bestaande arbeidsvoorwaarden te doen. Daarbij diende de werkgever wel de redelijkheid in acht te nemen. De exacte verlaging van salaris was niet duidelijk, maar kwam neer op een bedrag van € 1.200 per maand. Het enkele feit dat de overige werknemers in vergelijkbare functies conform de geldende beloningsstructuur minder verdienden vond de kantonrechter geen reden voor de werknemer om een dergelijke aanpassing te moeten accepteren. Overigens houdt het oordeel van de kantonrechter in deze zaak niet in dat de werknemer ieder voorstel tot aanpassing van zijn salaris op voorhand als onredelijk mag afwijzen.


