Een werknemer is in beginsel niet aansprakelijk voor de schade die hij bij de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst toebrengt aan zijn werkgever, tenzij de schade is ontstaan door opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De werkgever kan van deze regeling afwijken ten nadele van de werknemer door een schriftelijke overeenkomst, maar slechts voor zover de werknemer verzekerd is voor deze schade.
Een werkgever had in de gebruikersregeling voor werknemers met een auto van de zaak een dergelijke afwijking opgenomen. In een procedure vorderde de werkgever vergoeding door de werknemer van het eigen risico bij schade aan de auto. De werknemer was echter niet verzekerd tegen doorbelasting van het eigen risico. Dat betekende dat niet was voldaan aan de voorwaarden die afwijking van de wettelijke regeling mogelijk maken. De werknemer was dus slechts aansprakelijk voor de schade aan de auto die het gevolg was van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. De werkgever had in de procedure geen bewijs geleverd voor opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De kantonrechter wees de vordering van de werkgever daarom af.


