Werknemers hebben recht op privacy. Dat recht gaat zover, dat ook e-mailberichten die de werknemer vanaf zijn werkplek verstuurt, daaronder vallen. De werkgever kan op grond van rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens e-mailberichten van werknemers alleen maar controleren als dat voor de werknemers kenbaar was of kenbaar had kunnen zijn. Daar komt nog bij dat de werkgever een gerechtvaardigd doel moet hebben voor deze inbreuk op de privacy en dat voldaan moet zijn aan de proportionaliteitseis. Het ontbreken van een reglement of een beding in de arbeidsovereenkomst op grond waarvan de werkgever zich de toegang kan verschaffen tot de e-mailbox van een werknemer leiden er niet toe dat de werkgever e-mailberichten van zijn werknemers niet mag controleren. Wel gelden er dan eisen ten aanzien van het gerechtvaardigde doel en het voldoen aan de proportionaliteitseis.

 

Een werkgever, die een werknemer had betrapt op malversaties, had een gerechtvaardigd doel voor controle van de e-mailberichten van andere werknemers, omdat er mogelijk meer werknemers bij de malversaties waren betrokken. Een van de werknemers wiens e-mailberichten waren gecontroleerd, was de zoon van de betrapte werknemer. Voor zakelijke e-mailberichten geldt dat de werknemer eerder dan bij privé e-mailberichten mag verwachten dat de werkgever van de inhoud daarvan kennis kan nemen. De kantonrechter vond dat de werkgever gezien de familieband tussen beide werknemers in alle redelijkheid had kunnen besluiten om de e-mailberichten van de zoon te controleren. Aan de proportionaliteitseis was voldaan omdat er geen minder belastend middel was om de betrokkenheid van de werknemer bij de malversaties te controleren.