Voor een fiscale beleggingsinstelling geldt een tarief voor de vennootschapsbelasting van 0%.

Een fiscale beleggingsinstelling kan vragen om een tegemoetkoming voor buiten Nederland ingehouden belasting.

Het verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing met Brazilië kent voor Braziliaanse dividenden een zogeheten "tax sparing credit". Dat houdt in dat wordt verondersteld dat in Brazilië 20% belasting is betaald over de uitgekeerde dividenden. De vraag in een procedure voor de rechtbank Den Haag was of voor deze tax sparing credit een beleggingsinstelling ook recht heeft op een tegemoetkoming voor ingehouden belasting. Naar de letter is geen sprake van ingehouden belasting.

De rechtbank is van oordeel dat de tax sparing credit bedoeld is om de in Brazilië beleggende aandeelhouder een voordeel te geven dat verder strekt dan de voorkoming van dubbele belastingheffing. Daarop baseerde de rechtbank dat de tax sparing credit moest worden aangemerkt als ingehouden belasting.