Een uitdrukkelijke standpuntbepaling van een overheidsinstantie als de belastingdienst kan bij de belanghebbende het vertrouwen opwekken dat dit standpunt ook in latere jaren geldt. Dat opgewekte vertrouwen wordt door de rechter geëerbiedigd. Een jarenlang gevolgde gedragslijn om geen aanslag op te leggen levert niet zonder meer het in rechte te eerbiedigen vertrouwen op dat de belastingdienst deze gedragslijn ook in de toekomst zal blijven volgen. De belastingdienst is vrij om op ieder gewenst moment haar gedragslijn te wijzigen, tenzij er omstandigheden zijn die bij belanghebbende de indruk hebben kunnen wekken dat de gevolgde gedragslijn op een bewuste standpuntbepaling berust. Volgens de rechtbank Breda mag een belastingplichtige, bij wie na bezwaar expliciet wordt afgezien van heffing, vertrouwen op een zelfde behandeling in de toekomst.
In een bijzonder geval kan iemand zich zelfs met succes beroepen op een expliciete standpuntbepaling ten aanzien van een ander. Dat deed zich voor bij een vrouw, die ging wonen in de woning waarin haar zoon enkele jaren had gewoond. De gemeente had na bezwaar van de zoon afgezien van het opleggen van aanslagen in de afvalstoffenheffing. Nadat de moeder in de woning was getrokken legde de gemeente gedurende enkele jaren geen aanslag op. De moeder mocht er op vertrouwen dat dit berustte op de eerdere standpuntbepaling ten aanzien van haar zoon, aangezien zij in een identieke situatie verkeerde en het om hetzelfde belastingobject ging. Opgewekt vertrouwen wordt teniet gedaan door een expliciete mededeling van een standpuntwijziging.
De standpuntwijziging van de gemeente werd pas kenbaar gemaakt ultimo 2008. De rechtbank vernietigde daarom de aanslagen over 2007 en 2008.


