De WOZ-waarde van een woning wordt vastgesteld door vergelijking met de transactieprijzen van andere woningen. Die woningen mogen niet te veel afwijken van de woning waarvan de waarde moet worden vastgesteld. Bij bestrijding van de door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde van een woning zal de gemeente aannemelijk moeten maken dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld.
In een procedure constateerde de rechtbank dat de gemeente slechts één relevant vergelijkingsobject had aangevoerd. De overige objecten die de gemeente in de vergelijking had betrokken weken te veel af en waren niet bruikbaar. De door de gemeente gehanteerde verkoopprijs van het vergelijkingsobject was inclusief het meubilair. Verder was er een groot verschil in perceeloppervlak ten gunste van de verkochte woning. Naar het oordeel van Hof Den Haag had de gemeente de waarde van de woning te hoog vastgesteld. De woningeigenaar slaagde er niet in de door hem bepleite lagere waarde aannemelijk te maken. Als onderbouwing voerde hij de vraagprijzen van enkele woningen aan. Het hof stelde vervolgens de waarde van de woning vast.


