In 2004 betaalde iemand een groot bedrag aan ziektekosten voor zijn inwonende en niet verzekerde vader. De totale kosten van behandeling en verpleging bedroegen € 21.500. De kosten konden niet worden verhaald op een verzekeringsmaatschappij omdat de vader pas na zijn operatie verzekerd was voor ziektekosten. De belanghebbende bracht dit bedrag, verminderd met de drempel, in zijn aangifte inkomstenbelasting in aftrek als buitengewone uitgave wegens ziekte. De inspecteur weigerde de aftrek.
De wet staat de aftrek toe van ziektekosten voor bij een belastingplichtige inwonende zorgafhankelijke ouder(s). Een persoon is zorgafhankelijk indien hij, wanneer hij niet bij de belastingplichtige zou inwonen, is aangewezen op beroepsmatige hulp of verzorging.
Hof Den Haag was van oordeel dat de vader van de belanghebbende na de medische ingrepen en de daarop volgende periode van revalidatie zorgafhankelijk was. Het hof vond niet van belang dat de vader in deze periode in staat was om met werkzaamheden inkomsten te genereren.
Anders dan de rechtbank vond het hof niet dat de aftrek van ziektekosten in deze gevallen beperkt is tot inwonende ouders met een duurzame hulp- of verzorgingbehoefte.


