De voordelen uit een aanmerkelijk belang worden belast in box 2. Het gaat dan zowel om dividend als om de winst die bij verkoop van de aandelen wordt behaald.

De vraag in een procedure was of de vergoeding die een aanmerkelijk belanghouder ontving ter compensatie van de vermindering van zijn dividendrechten op de aandelen een voordeel uit aanmerkelijk belang vormde.

De aandeelhouder zelf meende van niet om dat er geen sprake was van vervreemding van zijn aandelen. Tot 1 januari 2001 werden schadeloosstellingen als hier aan de orde aangemerkt als opbrengst van aandelen. Dat stond sinds 1997 met zoveel woorden in de wet. Met de invoering van de Wet IB 2001 is die wetsbepaling vervallen. De aandeelhouder meende daarom dat de schadeloosstelling onbelast was. Volgens de rechtbank Haarlem is die opvatting niet juist. Uit de memorie van toelichting blijkt dat met ingang van 1 januari 2001 geen onderscheid meer gemaakt wordt tussen tijdelijke en niet-tijdelijke genotsrechten. Met ingang van die datum geldt iedere vestiging van een genotsrecht als een vervreemding van aandelen. De schadeloosstelling vormde een vervreemdingsvoordeel en was als zodanig belast in box 2.