Van een onderneming is sprake wanneer een organisatie van arbeid en kapitaal deelneemt aan het maatschappelijke productieproces met als doelstelling en verwachting om winst te behalen.
Volgens de Hoge Raad is sprake van een onderneming wanneer iemand een groot bedrag investeert in een windturbine en een afnameovereenkomst sluit voor de op te wekken stroom tegen een vaste prijs voor een periode van 10 jaar. Eerder had Hof Amsterdam de eigenaar al als ondernemer aangemerkt omdat hij met behulp van de windturbine voor zijn rekening en risico een goed produceerde dat hij op een markt afzette.
De eigenaar van de windturbine had een derde ingeschakeld om te zorgen voor de noodzakelijke vergunningen, voor de bouw van de turbine en om een afnemer voor de stroom te vinden. Het onderhoud van de windturbine was uitbesteed aan een onderhoudsbedrijf. De Hoge Raad vond de bescheiden hoeveelheid arbeid niet bepalend voor de kwalificatie van deze activiteit.