Alle bezittingen en schulden van een natuurlijk persoon vallen, voor zover zij niet zijn toe te rekenen aan het ondernemingsvermogen of het werkzaamheidsvermogen, in box 3 voor de inkomstenbelasting. De enige uitzondering betreft de eigen woning. Dat is de woning die de belastingplichtige en zijn huishouden anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat. Slechts één woning komt in aanmerking als eigen woning. Iedere andere woning valt in box 3. Als hoofdverblijf wordt aangemerkt de centrale levensplaats van een belastingplichtige.

In een procedure voor Hof Arnhem was tussen partijen niet in geschil dat de woning in Nederland de centrale levensplaats was. Daarmee was die woning de eigen woning. De andere woning van de belastingplichtige in Portugal kwalificeerde niet als eigen woning omdat deze woning noch voor de belastingplichtige, noch voor zijn echtgenote de centrale levensplaats was. De woning in Portugal viel daarom in box 3.