In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld over de teruggave van de ouderschapsverlofkorting. De ouderschapsverlofkorting is maximaal gelijk aan het verschil in het belastbare loon ten opzichte van het vorige kalenderjaar. Volgens de vragensteller controleert de belastingdienst de rechtmatige terugbetaling van de ouderschapsverlofkorting aan de hand van de eindtotalen op de jaaropgaven van werknemers. Anders dan de vragenstellers menen vindt de minister van Financiën niet dat er een manco is in de uitvoering van de regeling. De wettelijke regeling is gebaseerd op de gedachte dat bij ouderschapsverlof geen fiscale tegemoetkoming nodig is als het loon niet lager is dan in het vorige jaar. Het is ondoenlijk om verschillen in het loon op individuele basis uit te splitsen naar de omstandigheden die deze verschillen hebben veroorzaakt, aldus de minister. Over 2006 hebben 900 werknemers de ouderschapsverlofkorting via een voorlopige teruggaaf aangevraagd en ontvangen. Bij ongeveer 600 werknemers van deze groep is de ouderschapsverlofkorting geheel of gedeeltelijk gecorrigeerd.