Een aanmerkelijk belanghouder die werkzaamheden voor zijn BV verricht moet voor zijn werkzaamheden een gebruikelijk loon ontvangen. Dat gebruikelijk loon moet minimaal € 40.000 bedragen, tenzij de aanmerkelijk belanghouder kan bewijzen dat een lager bedrag gebruikelijk is.
De directeur en enig aandeelhouder DGA)van een BV trad op 9 april full time in dienst bij een andere werkgever. Na deze datum verrichtte de DGA nog wel enkele werkzaamheden voor zijn BV. Zo hield hij zich bezig met de verkoop van een 50%-belang en verzorgde hij de aangifte vennootschapsbelasting. De belastingdienst stelde het gebruikelijk loon op het destijds geldende minimumbedrag van € 38.118.
De DGA meende dat het gebruikelijk loon veel lager moest worden vastgesteld, namelijk op 48 gewerkte uren x € 20.
De rechtbank vond aannemelijk dat de activiteiten van de DGA voor zijn BV gezien zijn dienstverband vanaf 9 april beperkt waren. Een schatting van € 12.500 vond de rechtbank redelijk. De rechtbank kwam tot dat bedrag door voor de eerste drie maanden uit te gaan van het minimumbedrag en voor de resterende negen maanden uit te gaan van een schatting van de verrichte werkzaamheden voor de verkoop van de deelneming.

