De verhuur van onroerende zaken is in beginsel een van omzetbelasting vrijgestelde prestatie. Op verzoek van verhuurder en huurder is voor bedrijfsmatige onroerende zaken belaste verhuur mogelijk als de huurder voor tenminste 90% gebruikt voor belaste prestaties.
Aan deze eis werd niet voldaan in een geval van gezamenlijke huur van een bedrijfsruimte. Het ging om een bedrijfsruimte die aan twee huurders was verhuurd. Er waren twee huurovereenkomsten opgemaakt. De ene overeenkomst ging uit van vrijgestelde verhuur, de andere van belaste. Beide overeenkomsten betroffen een gedeelte van de totale bedrijfsruimte. In een addendum bij de huurovereenkomsten stond dat de huurders gezamenlijk de gehele bedrijfsruimte huurden en dat de bedrijfsruimte aan beide huurders volledig ter beschikking stond. Dat betekende dat de huurders gezamenlijk, en dus niet ieder apart, als huurder van het gehele pand werden aangemerkt. Gezamenlijk voldeden de huurders niet aan de 90%-eis. Een van de huurders verrichtte vrijwel uitsluitend vrijgestelde prestaties. In de tweede verhuurovereenkomst was ten onrechte uitgegaan van belaste verhuur.

