Bij de levering van een onroerende zaak moet overdrachtsbelasting worden betaald door de verkrijger. De belasting wordt berekend over de waarde van de onroerende zaak, maar volgens de tekst van de wet is de waarde ten minste gelijk aan de tegenprestatie. De tegenprestatie is het totaal van prestaties dat door de verkoper als vergoeding voor de overdracht van de verkrijger is bedongen.
De verhuurder van een onroerende zaak droeg de zaak in verhuurde staat over aan de huurder. Naast de koopprijs van € 400.000 moest de huurder ook een vergoeding van € 135.640 betalen als compensatie voor het verlies aan huurinkomsten. De belastingdienst was van mening dat deze vergoeding onderdeel was van de tegenprestatie en legde een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op. Volgens de rechtbank kon de koper niet aannemelijk maken dat hij de vergoeding moest betalen op grond van een eerder gesloten overeenkomst tot voortijdige huurbeëindiging. De huurdervingsvergoeding was door de belastingdienst terecht als onderdeel van de tegenprestatie aangemerkt.


