De in Zwitserland wonende eigenaar van een woonhuis in Nederland bestreed een aan hem opgelegde aanslag onroerende zaakbelasting onder verwijzing naar het belastingverdrag dat Nederland en Zwitserland hebben gesloten. Het belastingverdrag is beperkt tot belastingen van het inkomen en van het vermogen. Volgens de eigenaar is de onroerende zaakbelasting een vorm van vermogensbelasting. De rechtbank Arnhem deelt de opvatting dat het verdrag van toepassing is op de heffing van onroerende zaakbelasting. Het verdrag verhindert de heffing van de onroerende zaakbelasting echter niet. Volgens de tekst van het verdrag zijn onroerende zaken slechts belastbaar in de staat waar deze zaken zijn gelegen. Voor zover van dubbele belastingheffing sprake is in dit geval is Zwitserland als woonland het aangewezen land om een voorkoming van dubbele heffing te geven.

Het verdrag is niet van toepassing op de gemeentelijke forensenbelasting. Weliswaar neemt de forensenbelasting de WOZ-waarde als uitgangspunt, maar dat maakt van de forensenbelasting geen vermogensbelasting. De forensenbelasting wordt ook geheven van iemand die op meer dan 90 dagen van het belastingjaar een gemeubileerde woning tot zijn beschikking heeft die niet tot zijn vermogen behoort.