Uitgangspunt van de Wet WOZ is dat de WOZ-waarde van woningen wordt bepaald door middel van de vergelijkingsmethode. Bij deze methode wordt gekeken naar de verkoopopbrengst van vergelijkbare woningen. De waarde mag en kan ook op andere manieren worden bepaald.
Waar de gemeente de waarde van een woning aan de hand van transactieprijzen van vergelijkbare woningen had gesteld op een bedrag van € 395.000 per waardepeildatum 1 januari 2005, bestreed de eigenaar van de woning deze waarde. De eigenaar had de woning op 17 maart 2005 aangekocht voor € 315.000. De gemeente wilde met de koopprijs geen rekening houden omdat de eigenaar de woning had verkregen in het kader van een boedelscheiding. De prijs van € 315.000 was medio 2004 tot stand gekomen op basis van twee taxatierapporten die namens beide ex-echtgenoten waren opgesteld. Hof Arnhem was van oordeel dat dit bedrag de waarde van de woning per medio 2004 vertegenwoordigde. De door de eigenaar bepleite WOZ-waarde van € 345.000 vond het Hof daarom aannemelijk.


